Columns
Onderstaande columns zijn allemaal geschreven door Annette Nobuntu Mul en gepubliceerd in Tijdschrijft The Optimist.
Droombeeld
‘Wat wil je later worden als je groot bent?’ Wie
 kreeg als kind die vraag niet? Gevolgd door een
 bijbehorende wens, verbeelding en gevoelens. Wij
 – Nederlandse naoorlogse kinderen en pre-millenials
 – creëerden een droombeeld. Een toekomst,
 die vanuit vrijheid en een wereld van ongeremde
 mogelijkheden ingevuld werd. We wilden stervoetballer
 worden, piloot of schooljuf, brandweerman
 of dokter. En hoe onbetaalbaar fijn was het als ouders of
 andere invloedrijke opvoeders met ons mee fantaseerden
 over onze droom? Het ging erom dat wij
 in onze wensen, talenten en mogelijkheden gingen
 geloven. Een gouden, maar ook luxe combinatie
 van willen, kunnen en kansen, aangesterkt door
 een sterke verbeeldingskracht.
Harrie Jekkers zong het in 1994 al zo mooi: ‘Je
 moet vliegen in je dromen om later van de grond te
 kunnen komen.’ Ik vind het nog steeds een mooie
 variant op ‘als je altijd met beide benen op de grond
 blijft staan kom je nooit een stap verder’.
 Het liedje, de spreuken, de vragen en zinnen. Ze
 illustreren zo helder dat we allemaal perspectief
 nodig hebben om te kunnen leven. Een perspectief
 waarin we onszelf én onze volgende generaties kunnen
 zien in veiligheid. Erbij horend, en waarin we
 allemaal van betekenis kunnen zijn. Want een leven
 zonder perspectief en betekenis is leeg en een leven
 zonder erbij te horen is ondraaglijk.
‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’, is een
 bekend gezegde. Maar misschien wordt dit inmiddels
 te eenzijdig benadrukt met talenten (kunnen)
 en motivatie (willen) van de jeugd, in plaats van
 de huidige omstandigheden te belichten. Kansen
 staan onder druk en toekomstperspectieven die wij
 hen nalaten zijn zorgwekkend: een fundamentele
 humanitaire en economische ongelijkheid, landen
 in oorlog en een zeer bedreigde aarde door klimaat-
 verandering en afnemende biodiversiteit. En zelfs
 dan houdt ons nalatenschap nog niet op. Want
 op mondiaal niveau hebben onze voorouders in
 koloniaal opzicht ‘het zuiden’ uitgebuit, net zoals
 wij nu de aarde nog steeds uitbuiten.
 Hoe diep zijn wij gezonken als we vluchtelingen,
 die de gevolgen van onze intergenerationele uitbuiting
 willen ontvluchten, nu laten verdrinken?
'Welke voorouder wil ik zijn?'
De primaire vraag ‘wat wil je later worden?’ zal
 meer en meer vervangen moeten gaan worden door
 een basaler ‘waar wil en kun je veilig zijn?’. En het
 antwoord ligt zeker niet alleen bij de jeugd, maar
 allereerst bij ons: ouders, groot- en overgrootouders.
 Wil het gezegde ‘wie de jeugd heeft, heeft de
 toekomst’ nog toekomst hebben, staat nu dé cruciale
 vraag centraal ‘welke voorouder wil ik zijn?’.
In de transitie van ‘wat wil ik worden?’ naar
 ‘welke voorouder wil ik zijn?’, is het tegelijkertijd
 noodzakelijk dat we onze kinderen, in opvoeding
 en educatie gaan meenemen in een ander mens- en
 wereldbeeld. Niet de piramide van Maslow met
 zelfontplooiing als hoogste levensdoel zal het
 levensbaken zijn, maar een ‘Ubuntuïstische’ vulkaan,
 waarin we onze talenten, medemenselijkheid,
 compassie en solidariteit inzetten voor de wereld.
 Voor de toekomst van alle kinderen.
Maar voordat we dat kunnen, zullen wij als
 (groot)ouders eerst in alle nederigheid in de spiegel
 van het verleden moeten kijken. We zullen eerst
 moeten erkennen dat het neoliberale en kapitalistische
 systeem ecologisch en humanitair misdadig
 uit de hand is gelopen. Pas dan mogen we dankbaar
 zijn als we nog de kans krijgen om op een rechtvaardige,
 solidaire en verantwoordelijke manier
 bij te dragen aan het herstel van een inclusieve en
 duurzame wereld. Niet straks maar nú! 
Mei/juni 2023 | The Optimist NL